NU!
JeugdtheaterTHUIS: Maak je eigen personage vanuit een foto (10+)
Helaas gaan onze lessen de komende tijd niet door vanwege het coronavirus. Maar niet getreurd! Wij zorgen er gewoon voor dat je thuis lekker aan de slag kunt! Vandaag ga je zelf een personage maken!
JeugdtheaterTHUIS: Maak je eigen personage vanuit een foto (10+)
Vandaag gaan we een eigen personage creëren. Dit doen we vanuit een foto. Wat heb je allemaal nodig voor deze JeugdtheaterTHUIS-les?
- Pen en papier
- Eventueel een camera (bijvoorbeeld op een mobiele telefoon of een webcam)
- (Verkleed)kleding die jij in de kast hebt liggen
Stap 1
Kies één van de twee onderstaande foto’s van fotograaf Erwin Olaf uit.
Het jongetje bij het sleutelgat
De vrouw met het taartje
Stap 2
Beantwoord de volgende vragen over de persoon op de foto:
- Wat is zijn/haar naam?
- Hoe oud is hij/zij?
- Wat is zijn/haar woonsituatie? Denk hierbij aan: land, stad, wat voor huis en met wie?
- Welke hobby’s heeft deze persoon?
Stap 3
Nu hebben we het personage al een beetje leren kennen, maar we gaan het nog wat interessanter maken. Je ziet namelijk bij beide foto’s dat de personages ergens naar kijken, of dat er iets aan de hand is en jij mag bedenken wat!
Beschrijf zo goed mogelijk wat je op de foto ziet:
- Waar kijkt het personage naar?
- Wat zie je allemaal in de ruimte?
- Hoe is de lichaamshouding/gezichtsuitdrukking van het personage?
Nu gaan we zelf meer invulling geven aan het personage:
- Wat voor gevoel krijg jij als je naar de foto kijkt?
- Wat voor emotie denk je dat het personage voelt?
Gebruik je fantasie!
- Wat denk je dat er vijf minuten voor het maken van de foto gebeurd zal zijn?
- Wat denk je dat er vijf minuten na het maken van de foto zal gebeuren?
- Wat voor geheim draagt het personage met zich mee?
- Waar wordt het personage heel blij/boos/verdrietig van?
Stap 4
Duik je verkleed- of kledingkast in (of die van je ouders, broertje of zusje) en zoek een kostuum bij elkaar dat past bij het personage dat jij hierboven bedacht hebt!
Stap 5
We gaan spelen! Want we weten nu wel hoe jouw personage denkt, maar hoe zal jouw personage lopen of praten?
Loop door je (huis)kamer en probeer eens uit hoe jouw personage zal lopen. Begin daarbij helemaal onderaan je lijf, het kan helpen om de volgende stappen te volgen:
- Hoe zet je je voeten neer? Heel hard, heel zacht, loop je op je tenen of juist meer op je hielen? Wijzen je tenen naar elkaar, of juist naar buiten? En maak je grote, of juist kleine passen?
- Ga dan door naar je knieën, zijn die heel erg gebogen, of juist gestrekt?
- En je heupen? Beweeg ze eens naar voor, achter, links en rechts en bedenk dan welke stand het beste past bij je personage.
- Waar houdt je personage zijn armen? In de zij? Over elkaar? Of juist bungelend langs je lijf?
- Je schouders? Zijn die naar voren gebogen? Dit ziet er vaak wat onzekerder of verdrietiger uit, of zijn je schouders juist helemaal naar achteren en je borst naar voren? Dit kan er wat zelfverzekerder en soms zelfs wat baziger uitzien.
- En dan als laatste: Je hoofd. Kijk je naar beneden, of juist omhoog? Kijk je mensen recht in hun ogen aan, of kijk je juist heel snel om je heen en vermijd je oogcontact?
Hoe klinkt je personage? Hierbij kun je denken aan de volgende punten:
- Praat je hard of zacht?
- Hoog of laag?
- Langzaam of snel?
- Beweegt je mond groot, of hou je je mond bijna gesloten?
- Heb je een accent?
Om dit te oefenen kun je de volgende tekst gebruiken, de puntjes mag je zelf invullen:
"Hoi! Mijn naam is … ik ben … jaar en ik hou van …, maar ik heb een hekel aan …"
Je kan dit natuurlijk filmen en dan zelf terugkijken welke manier van praten of bewegen het beste past!
Stap 6
Inmiddels hebben we het personage wel heel goed leren kennen en zijn we klaar voor de eindopdracht! Het is het allerleukste als je deze filmt, zodat je hem kan delen met vriendjes en vriendinnetjes en natuurlijk met het Jeugdtheaterhuis! Als je het opstuurt naar dan zetten wij hem op onze Facebook-pagina. Als je zelf iets deelt op je social media, tag je ons dan ook?
Leg voor deze opdracht een brief klaar. Dit kan gewoon een dubbelgevouwen A4-tje zijn.
Je komt net thuis na een hele lange dag, je hebt gewerkt of bent naar school geweest (of iets anders waar jouw personage druk mee geweest kan zijn). Neem goed de tijd voor dit moment. Wat doet jouw personage als eerste bij thuiskomst bijvoorbeeld? Een hond aaien? Iets eten?
Opeens zie je een brief liggen. Je opent de brief en begint hem te lezen. Neem ook hier de tijd voor, laat je reactie duidelijk zien. Er staat in de brief dat er een bom uit de Tweede Wereldoorlog gevonden is in jullie straat en dat die om 7 uur vanavond onschadelijk wordt gemaakt en dat je dan je huis verlaten moet hebben. Je kijkt op je horloge en ziet dat het twee minuten voor zeven is. Je moet nu weg! Je pakt nog even snel één ding uit je huis dat het allerbelangrijkste voor jou is, want stel nou dat het misgaat met het onschadelijk maken van die bom, dan staat je huis er straks misschien niet meer. Dan loop je naar de deur toe om weg te gaan. Maar die zit op slot! Je kan de sleutel nergens vinden! Hoe reageert jouw personage hier op? Blijf je kalm? Word je heel erg bang? Want als die bom straks afgaat, dan kan het weleens foute boel zijn. Probeer dit zo goed mogelijk uit te spelen en te bedenken wat bij je personage past.
Je kijkt nog een keer op je horloge en je ziet dat het zeven uur is... Er zit niets anders op dan in je huis te wachten en te hopen dat de bom niet afgaat. Dan mag je zelf bedenken hoe dit eindigt. Misschien gaat de bom wel helemaal niet af en ben je ontzettend blij! Of je hoort een hele harde knal en denkt dat jouw huis de lucht in vliegt. Je gaat stil in een hoekje zitten wachten totdat de tijd voorbij is en dan…?
Gebruik je fantasie!
Stap 7
Heb je nog geen genoeg van het toneelspelen? Dan doen we deze opdracht nog een keer, maar dan mag jij bedenken wat er in de brief staat. Kies eerst een emotie: blij, boos, verdrietig of verliefd bijvoorbeeld. En schrijf dan een brief aan jouw personage waar die bijvoorbeeld heel blij, boos, verdrietig of verliefd van wordt en speel dan nog een keer dat je thuis komt en die brief vindt. Hoe reageert je personage? Dit hoef je niet van tevoren bedenken, maar je kunt improviseren! Dit kun je natuurlijk zo vaak doen als je wilt met steeds een andere brief, die een andere emotie oproept!
Veel theaterplezier!